Andere technieken van MBV

Intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)

Intracytoplasmatische sperma-injectie (IntraCytoplasmic Sperm Injection - ICSI) wordt toegepast in combinatie met IVF om de kans op een bevruchting te vergroten in het geval van ernstige vruchtbaarheidsproblemen bij de man. Samengevat wordt er tijdens deze procedure in het laboratorium één enkele spermacel in een eicel geïnjecteerd met behulp van een microscoop en gesofisticeerde instrumenten. ICSI is de meest aangewezen behandeling bij ernstige afwijkingen van het sperma. Deze methode kan ook worden aangewend bij koppels met een normale spermakwaliteit die weinig of geen embryo's verkregen na een gangbare IVF. De gemiddelde slaagkans per cyclus bedraagt bij ICSI ongeveer 25%.

MESA/TESE/PESA

Als er geen rijpe spermacellen in het ejaculaat te vinden zijn, kunnen we ze ook gaan halen op de plaatsen waar ze worden aangemaakt: in de bijbal of epididymis (PESA/MESA: percutane extractie van spermacellen uit de bijbal/sperma-aspiratie via microchirurgie) of in de teelballen (TESE: testiculaire extractie van spermacellen).

De verkregen spermacellen kunnen nadien worden gebruikt tijdens een normale ICSI-procedure om een bevruchting teweeg te brengen.

 

Pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD)

Sommige koppels zijn drager van erfelijke genetische ziekten. Dankzij PGD kunnen er bij hen embryo's worden geselecteerd die geen dragers zijn van die genetische ziekte.

De embryo's die zijn verwekt door middel van een IVF- of ICSI-procedure worden op eventuele erfelijke aandoeningen getest. Uit elk embryo worden er één of twee cellen verwijderd. Nadien worden ze geanalyseerd met hoogstaande technieken. Op basis van de resultaten worden enkel de embryo's die geen dragers zijn van de ziekte geselecteerd.  Alleen de gezonde embryo's zullen worden geïmplanteerd. Niet alle centra in België zijn uitgerust met de nodige apparatuur voor PGD.

PGD is een bijzonder geavanceerde procedure die slechts in enkele centra wordt toegepast en uitsluitend wanneer er ernstige medische indicaties bestaan (bijv. erfelijke ziekte) die de procedure verantwoorden.

 

Donorhulp

Als de spermacellen van slechte kwaliteit zijn of als er geen worden aangemaakt, kan er een beroep worden gedaan op het sperma van een donor. Ook wanneer de eicellen zich niet ontwikkelen of van slechte kwaliteit zijn, kan men de eicellen van een donor gebruiken.

Donaties (van sperma- of eicellen) worden ook overwogen wanneer er bij één van beide partners het risico bestaat dat hij of zij een erfelijke aandoening op eventuele nakomelingen overdraagt.

Wat ook de reden ervoor mag zijn, de hulp van een donor aanvaarden is wellicht één van de moeilijkste beslissingen die een koppel ooit zal moeten nemen.

Koppels tillen er vaak zwaar aan dat een kind geboren met de hulp van een donor, genetisch niet verwant is aan beide ouders. Die zorg is volkomen terecht. U en uw partner moeten dit probleem uitvoerig bespreken. Uw keuze wordt misschien eenvoudiger als u zo veel mogelijk informatie vergaart over eicel- of spermadonatie. Getuigenissen kunnen de moeite waard zijn om te lezen. Hoe u het ook draait of keert, het gaat om een beslissing die uw leven zal veranderen en waar beide partners volledig achter moeten staan.

Een donor moet minimaal 18 jaar oud zijn. De commissie medische ethiek van het ziekenhuis moet de donatie altijd goedkeuren.

 

Draagmoederschap als redmiddel

Het gaat hier om een vrouw (de draagmoeder) die een kind draagt voor een andere vrouw (de adoptiemoeder) omdat zijzelf lichamelijk niet in staat is het kind te dragen. De uitdrukkelijke voorwaarde is dat de draagmoeder van meet af aan de intentie heeft om het kind vlak na de geboorte aan de adoptieouders af te staan.

Het draagmoederschap biedt sommige onvruchtbare koppels de kans om toch ouders van een biologisch kind te worden. De draagmoeder gaat akkoord een kind te dragen en te baren voor een kinderloos koppel. Na de geboorte doet de draagmoeder afstand van al haar rechten als ouder van het kind. 

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen altruïstisch draagmoederschap, waarbij een verwante of vriendin draagmoeder wordt, en commercieel draagmoederschap, waarbij de draagmoeder tegen betaling door een kantoor of een derde persoon wordt voorgedragen.

Hoewel het draagmoederschap een valabele optie is, zijn er meerdere factoren waar koppels diep over moeten nadenken. Het draagmoederschap is vooral duur en ontzettend zwaar op emotioneel vlak, het vergt bovendien heel veel tijd en hangt samen met een hele reeks hoofdzakelijk juridische verwikkelingen.

Soorten draagmoederschap

- Ofwel levert de draagmoeder de eicel: in dat geval wordt zij geïnsemineerd met het sperma van de adoptievader. Zij is dus de biologische moeder van het kind.

- Ofwel worden de embryo's verwekt met IVF en nadien geïmplanteerd in de baarmoeder van de draagmoeder: het kind is in dat geval 'genetisch' verwant aan of het 'biologische' kind van beide adoptieouders.

Bij vrouwen zonder (een functionerende) baarmoeder, is dit de enige manier om een genetisch aanverwant kind te krijgen.

Het draagmoederschap is een complex gegeven omwille van de tussenkomst van een derde persoon bij de voortplanting van een koppel. Er rijzen hoe dan ook ethische, morele, juridische en psychologische vragen.

In België bestaan er nog altijd geen wettelijke voorwaarden die regelen hoe een draagmoeder zich kandidaat kan stellen of hoe een kind kan worden verwekt met de tussenkomst van een draagmoeder. Momenteel oordelen de weinige centra die het draagmoederschap aanvaarden op individuele basis over elk geval.

Normaliter is deze optie enkel beschikbaar voor vrouwen die hun baarmoeder zijn verloren en bij wie er een familieband bestaat tussen draagmoeder en adoptiemoeder.

Er wordt momenteel op federaal niveau gedebatteerd over meer gedetailleerde wettelijke modaliteiten.

Psychologische problemen

Het draagmoederschap wordt geassocieerd met veelvuldige psychologische implicaties, zowel voor de adoptieouders als voor de draagmoeder. Het risico dat de draagmoeder terugkomt op haar beslissing en het kind weigert aan de adoptieouders af te staan is immers reëel.

Om die situatie, zo goed en zo kwaad mogelijk, te vermijden, worden draagmoeders onderworpen aan verregaande psychologische testen. De draagmoeder moet louter uit goede wil handelen en mag onder geen beding onder morele druk staan om het draagmoederschap op zich te nemen. Bovendien kunnen de zwangerschap en de bevalling een direct risico betekenen voor de gezondheid en bijgevolg de vruchtbaarheid van de draagmoeder. Daarom is het wenselijk dat de draagmoeder al één of meerdere kinderen heeft gebaard.

Een mislukte behandeling of de geboorte van een kind met een aangeboren afwijking kan een reden zijn om psychologische hulp te zoeken tijdens en na de behandeling.

Juridische problemen

Het draagmoederschap gaat gepaard met bijzonder ingewikkelde juridische processen. Daarom verdienen de juridische obstakels al uw aandacht. Om ervoor te zorgen dat een kind uiteindelijk bij wet aan de adoptieouders wordt toegekend, zijn meerdere overeenkomsten noodzakelijk en zal er in het bijzonder een adoptieprocedure moeten worden voltrokken.

Andere kwesties

Het feit dat er een derde persoon betrokken is bij de zwangerschap en de geboorte van het kind, stelt het koppel voor een unieke uitdaging. Er zijn maar liefst drie personen die de beslissingen nemen. Zelfs wanneer er van tevoren minutieuze overeenkomsten worden gesloten, zijn er nog altijd een aantal zaken die onverwacht ter discussie komen te staan en dus gaandeweg moeten worden uitgeklaard met de draagmoeder. Zo kunnen de draagmoeder en het koppel bijvoorbeeld tegenstrijdige visies hebben op het verloop van de zwangerschap en de geboorte. Evenzo kunnen de draagmoeder en het koppel een andere mening toegedaan zijn betreffende genetische onderzoeken.